Binnen de esoterie en oosterse filosofie gaat men ervan uit dat de mens, naast het fysieke, waarneembare lichaam, ook een energielichaam of fijnstoffelijk lichaam heeft. Via niet fysiek aantoonbare energiebanen en -velden in het lichaam en daar-omheen (de aura) is de mens verbonden met het totale energieveld dat ons omgeeft. De energiebanen vinden we terug in de Indiase filosofie (nadi’s) en de Chinese gezondheidsleer (meridianen). De verschillende chakra’s vormen de verbindingsschakels tussen de ons omringende energie en deze energiebanen in ons lichaam. Elk chakra correspondeert met een bepaald levensgevoel of levensgebied. Het al of niet goed functioneren van zo’n chakra is mede van invloed op bepaalde psychische of lichamelijke problemen die we tegenkomen op het betreffende levensgebied. Daarover gaat dit boekje. Afgezien van korte stukjes theoretische achtergrondinformatie bevat het boek voornamelijk praktische oefeningen, waarmee we de werking van de chakra’s kunnen leren ervaren en kunnen leren beïnvloeden. Werken met de chakra’s is een van de methoden om zowel ons geestelijk als lichamelijk welzijn aanzienlijk te verbeteren.