In dit naslag werk verklaart A. R. Lacey het begrippenapparaat van de filosofie. Hij geeft voor de meest gebruikelijke termen en begrippen aan wat filosofen eronder verstaan en welke filosofische problemen er verband mee houden. De nadruk ligt eerder op het aangeven van de globale betekenis en op het belang van een begrip dan op het presenteren van al te precieze definities, die misleidend kunnen zip. De meeste aandacht wordt besteed aan die onderwerpen – met name kentheorie, metafysica en filosofische logica – die een centrale plaats in de filosofie innemen. Vanzelfsprekend worden ook andere onderwerpen zoals ethiek, politiek en esthetica – behandeld, met voortdurende verwijzingen naar de centrale begrippen. Daarnaast komt een aantal termen uit de mathematische logica en de linguïstiek aan de orde, die vaak in filosofische teksten voorkomen. Een negentigtal individuele filosofen is afzonderlijk opgenomen.