Met een nawoord van Hans Stolp.Johannes Greber (1876-1944), wonend en werkend in Duitsland en Amerika, ontving “onderricht uit de geestelijke wereld” en gaf het ontvangene door in zijn boek “Omgang met Gods geestenwereld” (a.i. 95-03-100-6). Ook vertaalde hij het Nieuwe Testament in het Duits en het Engels. De inspiratie bracht hem tot het belichten van de oorspronkelijke boodschap van Christus, het christelijk spiritualisme genoemd. Geleid door visioenen en dromen ontving Roelof Tichelaar op zijn beurt de opdracht om het werk van Greber opnieuw onder de aandacht te brengen. De bedoeling daarvan is de bezieling van Christus herkenbaar te maken voor de actuele tijd, met name door hetgeen het evangelie zegt te analyseren als signalen van “de geestelijke werkelijkheid”. Het vraagt inspannende aandacht om Tichelaars taal te kunnen volgen, vanwege zowel zijn woordgebruik (“lichtwezens”, “gene zijde”) als zijn interpretaties van “de diepere laag van het evangelie”. Na elk van de 21 hoofdstukken vindt de geïnteresseerde lezer vragen, meditatie-oefeningen en verwijzingen naar de bijbel en Grebers werk als een inspirerende kracht in het heden.